‘Liever niet in een aula van een crematorium’ sprak de familie uit nadat ik hen vroeg waar ze de afscheidsdienst wilden laten plaatsvinden. ‘We willen dat het bij hem past. Hij kwam graag op het Grand Café op het plein hier in de stad, zou dat mogelijk zijn? ’. Zij stonden er gelukkig voor open en beschikten over een zaal waar de dienst zou kunnen worden gehouden. Alles werd geregeld, het Grand Café was er klaar voor en wij ook.
Op de dag van de uitvaart was het prachtig weer. Op het plein was het druk, de terrassen zaten vol. Om dan met de rouwauto het plein op te komen, is toch apart. Je voelt de aanvankelijke verbazing van de pleinbezoekers. Toch stopten de meeste mensen eerbiedig hun bezigheden, gingen stilstaan of bogen zelfs even hun hoofd. Al lopende besefte ik mij dat ik dit juíst heel mooi vind. De dood niet op een begraafplaats of een crematorium weggestopt, maar gewoon in ons midden. Midden in het dagelijkse leven.
Het afscheid in het Grand Café was prachtig. Juist omdat het zo paste bij de overledene, herkenden alle genodigden hem in het afscheid. Natuurlijk liep er hier en daar ook wel een verbaasde genodigde de zaal binnen. ‘Mag je hier dan ook een afscheid houden?’ was hun vraag. ‘Jazeker, een afscheidsdienst mag je op iedere locatie die daarvoor open staat, houden’ was ons antwoord.
Na afloop was iedereen vol lof. Ze vonden het fijn dat de overledene tijdens het samenzijn nog in hun midden stond. In een groepje om de kist heen staan met een glas wijn in de hand, mooie herinneringen ophalend. Daar gaat troost van uit.
Na het samenzijn werd de overledene door een haag van familieleden en vrienden het Grand Café uit geleid, het terras over richting de rouwauto. Wederom tussen de tafeltjes op het volle plein door. De naastliggende kerk luidde op dat moment de klokken. Verder was het muisstil. Heel langzaam liep ik de auto voor, voor de laatste keer het plein af.
Iedereen had kippenvel; ik ook.
コメント